Het navigatievenster (navigation pane) is een van de belangrijkste onderdelen van de gebruikersinterface van Power BI Desktop en biedt een overzicht van alle objecten in het rapport, zoals pagina’s, visuals, datasets en rapportonderdelen. Het navigatievenster bevindt zich aan de linkerkant van het Power BI Desktop-scherm en kan worden uitgebreid of verborgen om meer of minder ruimte op het scherm te bieden.

Hoe gebruik je het navigatievenster?

Het navigatievenster wordt gebruikt om snel te navigeren door het rapport en om de structuur van het rapport te begrijpen. Gebruikers kunnen items zoeken op basis van hun naam en ze organiseren in map structuren, om het rapport georganiseerd te houden. Het is ook mogelijk om items te sorteren op naam of op datum van laatste wijziging.

De items in het navigatievenster kunnen worden geopend door erop te dubbelklikken of door er met de rechtermuisknop op te klikken en de gewenste actie te selecteren, zoals het wijzigen van de eigenschappen of het verwijderen van het item. Ook is het mogelijk om items naar een andere locatie in het rapport te slepen, bijvoorbeeld om een visual te verplaatsen naar een andere pagina of om deze te kopiëren naar een andere workspace.

Het navigatievenster bevat ook de rapportonderdelen, zoals filters en slicers, die gebruikt worden om interactie met de visuals mogelijk te maken. Deze onderdelen kunnen worden gesleept en neergezet in de rapportweergave om te worden gebruikt in het rapport.

Ten slotte is het navigatievenster ook de plek waar de eigenschappen van de visuals en andere objecten in het rapport kunnen worden bewerkt. Dit kunnen bijvoorbeeld de kleuren van een visual zijn, de achtergrond van een pagina, of de gegevensbron waarop het rapport is gebaseerd.

Navigation Pane samengevat

In het kort biedt het navigatievenster in Power BI Desktop een overzichtelijke en eenvoudige manier om door het rapport te navigeren, objecten te organiseren en te bewerken, en rapportonderdelen te gebruiken om interactieve en informatieve visuals te maken.